|
EditR
EditRegion3
|
Zweefvliegkamp
De Zweef Inn was ’s avonds normaliter al goed gevuld,
maar nu nam ook de omzet een grote vlucht als de heren van de DSA zich aan de
bar kwamen melden. De sfeer was dan ook, zoals dat heet, nogal los. De volgende
dag bleek dat zich echter ook te vertalen in de discipline rondom het
vliegbedrijf. Het gebrek aan lokale kennis rondom het veld op het Maldens Vlak
deed ze daarbij bijna de das om.
Naast de goede thermische omstandigheden rondom het veld
waren er vaak ook verraderlijke stukken omdat het veld in de bossen ligt en aan
alle zijden door bomen wordt omsloten. In het circuit vliegend kon je dus
plotseling stukken tegen komen waar veel extra dalen werd ondervonden. Het mag
duidelijk zijn dat laag op final zitten onverwacht kon veranderen in erg laag op final zitten. Meermaals
zijn er volgens mij door de club opmerkingen gemaakt over de te lage finals die
er werden gevlogen door de heren van de DSA. Het leek er soms op dat er bewust zo dicht mogelijk bij de startplaats weer geland moest worden. Dat scheelt een stuk lopen terug naar de het begin van de baan. Om op Malden dicht bij te landen moest je dus vlak over de bomen heen binnen komen. Nou is het al niet plezant als je een zweefkist bijna door
de boomtoppen ziet gaan maar dicht bij de rand van het veld stond ook nog een
huis. En dat huis had een schoorsteen. Op een dag heeft die schoorsteen het dan ook moeten
ontgelden. De botsing tussen zweefvliegtuig en huis werd bijna in het voordeel van het huis beslecht. Het was niet meer dan toeval dat het vliegtuig nog op de landingsbaan terecht kwam. En dat het niet resulteerde in een dodelijk ongeval is een kwestie
van geluk geweest. Al met al zegt een dergelijk ongeluk ook iets over de
achterliggende oorzaken. De mentaliteit binnen deze zweefvliegclub heeft geleid tot een verlies van perceptie van het begrip veiligheid. De organisatie in de vorm van bestuur en instructeurs heeft gefaald om dit afglijden te voorkomen en daarmee werd de weg naar dit ongeval onafwendbaar.
Toch kunnen zich bij het zweefvliegen ook incidenten
voordoen als gevolg van een samenloop van omstandigheden die minder duidelijk
zijn dan in het voorbeeld hierboven. En dat het soms moeilijk is om de
risicofactoren te herkennen wordt misschien wel aardig geïllustreerd door het
volgende verhaal. Daarvoor moeten we eerst terug naar het begrip
zweefvliegkamp.
Onze club had al een “thermisch goede” omgeving en men
zocht daarom naar een veld in het buitenland. Zo verkaste er een hele groep
zweefvliegers naar Duitsland, naar een veld genaamd Műlben. Als we aan
komen blijkt het eigenlijk wel een lastig veld te zijn, in ieder geval voor
beginnende zweefvliegers zoals ik. Er moet eerst een zogenaamde checkstart
gemaakt worden en dat doet een instructeur. Hij neemt mij mee op de checkstart
in de ASK13. Het veld zelf is niet al te lang en het loopt duidelijk op in de
richting waarin we starten. Wel hebben we een beetje rugwind in de start. De
lier staat helemaal achter aan het veld opgesteld en meteen er achteraan begint
het talud van een weg die dwars op de richting van de baan loopt. Achter ons is
het veld omzoomd door bomen. Als je komt landen moet je dus eerst over de bomen
heen en dan aanduiken om niet teveel baan te gebruiken. Na de start krijg ik
ook de gelegenheid om een stuk te sturen zodat de instructeur het terrein en de
omgeving in zich kan opnemen en uit te leggen waarop ik moet letten. Na een
half uur staan we weer op de grond.
Dan komt de eerste verandering: vanwege de rugwind bij de
eerste start gaan we omstellen. Omstellen is het 180 graden draaien van de
startrichting. Daarmee hebben we wind op de neus bij de start en dit verhoogt
de veiligheid. Dus gaan de vliegtuigen naar boven, d.w.z. ze worden de heuvel
op gesleept en de lier wordt de heuvel af gereden en opnieuw opgesteld. Op zich
lijkt er niet veel veranderd. Maar er verandert wel degelijk iets aan de
kabelbreukhoogte. Als tijdens de lierstart de kabel zou breken is er een
kritische hoogte waarop je niet meer rechtuit kan landen zonder baan tekort te
komen. Normaal gesproken draai je dan een verkort rondje en landt weer in de
richting waarin je was gestart. De briefing van de instructeur is nu dat je
geen rondje draait maar eerst 45 graden naar rechts van koers verandert om
vervolgens tegen de heuvel op te komen landen. De kabelbreukhoogte wordt
gesteld op
Hij mag nu de eerste start gaan maken op een vreemd veld,
met een andere kist, in de tegenovergestelde start richting, heuvel af met een
kabelbreuk manoeuvre die hij nooit heeft geoefend. En wat doe je dan als
beginnend zweefvlieger? Je gaat zitten in je Ka8 en je gaat het doen.
Startplaats vrij, kap dicht, instrumenten ok, stuurorganen ok, ontkoppelhaak
werkt, kabel aangehaakt, correcte breukstukje, duim omhoog want ik ben er klaar
voor. Kabel wordt strak getrokken en we worden weg gelierd. Snelheid loopt op ,
knuppel naar achteren, de Ka8 verlaat de grond en klimt weg. Hoogtemeter
Ontkoppelen
( om zeker te zijn dat je de kabel kwijt bent. Ook daar ben ik zeker van )
Kleppen
dicht ( soms schieten de remkleppen wel eens uit de gesloten positie door de
klap van een kabelbreuk )
Snelheid
– is nog steeds goed
Vermoeid zakt de Ka8 op een vleugeltip. Verdwaasd zit ik
nog heel even stil en dan stap ik uit. De Ka8 wijst met zijn neus naar de strip
met de andere vliegtuigen en ik zie beweging van mensen die mijn kant op komen.
Ik kijk naar het vliegtuig en zie de paal die zo’n
Wat er daarna gebeurt is grotendeels aan me voorbij
gegaan. De schok van de hele gebeurtenis was wel redelijk groot. Het
verrassingseffect aan het begin, de adrenaline die door je lichaam begint te
gieren, de realisatie dat het misloopt als je te hoog uit blijkt te komen. Dan
begint het stadium van de twijfel: waarom kwam het niet uit met de
kabelbreukhoogte. Als je op minimale hoogte zit is het risico dat je te laag
uit komt groter dan te hoog. Dus waar ging het mis? Heb ik de manoeuvre vanaf
het moment van de kabelbreuk wel goed gevlogen of had ik meer afstand moeten
vliegen zodat ik de hoogte wel goed was kwijt geraakt? Dit zijn vragen waarop
ik nooit het antwoord heb weten te vinden.
Voor mij als beginnende solist was dit incident bijna een
breekpunt geworden want je loopt toch met het gevoel rond dat door jouw toedoen
een vliegtuig van de club is beschadigd. Weliswaar was het geen grote schade
maar de Ka8 kon meteen weer terug naar Nederland voor reparatie en was dus niet
meer beschikbaar voor het kamp. En daarmee was iedereen benadeeld.
Vanuit de club ging men hier buitengewoon goed mee om: zo
gauw het maar mogelijk was werd ik weer in een vliegtuig gezet om een stuk te
gaan vliegen. Daarmee werd een mogelijk begin van vliegangst meteen weggenomen
en kon ik weer verder met het zweefvliegen. Had men die insteek niet genomen
dan was mogelijk de gehele vliegerij definitief voorbij gegaan.
Pas later kwam de diegene die op de lier zat ten tijde
van het incident naar me toe om uit te leggen wat er was gebeurd. Het was inderdaad
geen geval van een kabelbreuk zoals ik al vermoedde maar de liermotor was
gestopt tijdens het lieren en wel precies op het moment dat het vliegtuig door
de kabelbreukhoogte ging. Toch was er eigenlijk niets met de motor aan de hand
geweest want er was verder probleemloos gelierd op die dag en ook verderop in
die week. Toen werd duidelijk hoe een en,ander in zijn werk was gegaan: bij het
omstellen omdat de startrichting werd veranderd na de eerste start, de
checkstart, werd de lier de heuvel afgereden. Alvorens dat te doen werd de
benzinekraan dicht gezet, een standaard procedure. Echter na het omstellen werd
vergeten de benzinekraan weer open te zetten.
Bij het lieren van mijn Ka 8 start zat er nog net genoeg
brandstof in de leiding om het vliegtuig tot
Enkele maanden later publiceert de Commissie van Onderzoek ook in het kort haar bevindingen over het Mülben incident. Hun commentaar lees je hier.
|
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 18-11-2012